De beginnende wintersporter gaat zonder twijfel een punt van herkenning vinden in deze column. De gedachte dat jij als (jong)volwassene met al je goede moed probeert om heelhuids de rode piste af te komen, terwijl meerdere groepjes met van die koters je voorbij zoeven in een klasje met de juf…

Die allereerste meters op ski's...


Ah, daar sta je dan. Ski’s ondergebonden, knieën licht gebogen, ogen strak gericht op wat eerder een piste leek, maar nu meer wegheeft van een glanzende ijsbaan. Voor je gevoel balanceer je ergens tussen professionele stuntman en een slingerende Bambi op glad ijs. Het is de eerste afdaling van de dag en de belofte van een relaxte wintersportweek wordt al snel ingehaald door een schaterlachend groepje kinderen dat voorbij raast alsof zwaartekracht voor hen niet bestaat.

Serieus, hoe dóen die kleintjes dat?

Jij staat hier nog te hannesen met je benen, probeert je knieën bij elkaar te houden terwijl je spieren schreeuwen om genade. Ondertussen vliegen die mini-mensjes, amper 1 meter hoog, recht op een steile rode piste af zonder ook maar een spoortje angst of twijfel. Noodrem? Die kennen ze niet of die hebben ze niet nodig…

Misschien is dat wel het geheim: korte benen. Hoe korter je bent, hoe dichter bij de grond, en hoe minder je blijkbaar geeft om de mogelijkheid dat je met 40 kilometer per uur in zo’n rood net aan de zijkant van de piste belandt. Het moet heerlijk zijn! Geen paniek over dat ene ijzige stukje. Nee, gewoon glijden, draaien, lachen en weer door.

Ik daarentegen… Ik ben geen kind meer en mijn knieën willen me dat voortdurend laten weten. Het is op zo’n moment dat ik wenste dat mijn benen óf een stuk korter waren, óf ik een snowboard had kunnen nemen om gewoon plat op mijn buik de piste af te glijden.

Dan zijn er natuurlijk nog de professionals die je in hun flitsende outfits voorbij ziet suizen. Ze lijken alles onder controle te hebben, alsof ze met de piste versmolten zijn. In een boogje glijden ze langs je heen en je hoort nog net een opgewekt “Vorsicht!” voordat ze in een wolk van poedersneeuw verdwijnen. Jij staat vervolgens ‘iets té lang’ aan de rand van de piste, in een poging je waardigheid bij elkaar te rapen. Pfffffffff…

Maar eerlijk is eerlijk. Het hoort erbij!


Die eerste keer op ski’s is nooit soepel.

Het gaat om de ervaring, om de verhalen die je later kunt vertellen. Om dat drankje dat je naar mijn idee toch echt eerst moet verdienen! Op een dag, wie weet, ben jij degene die sierlijk langs de beginners zigzagt, met een grijns van oor tot oor.

Tot die tijd blijf ik dromen van kortere benen, een goeie balans en een portie kinderlijk zelfvertrouwen. Zeg nou zelf, niets voelt zo bevrijdend als eindelijk, na een paar onhandige pogingen, soepel die piste af te gaan. Al is het met knikkende knieën en een zwetende rug.

Wees een beginner, val, lach om jezelf en sta weer op! Zo hebben we ook leren fietsen toch? Wintersport is tenslotte meer dan alleen skiën. Het is jezelf heruitvinden, opnieuw en opnieuw, tussen de glijders en vliegende kleuters door. En als het allemaal te veel wordt? Altijd fijn om te weten dat er warme chocolademelk beneden wacht die volwassenen ook gewoon mogen hebben.

Tot op de piste!