Carnaval in de bergen
.jpg)
Vroeger vond ik wintersporten een straf
Vroeger, toen mijn ouders me meesleurden in de auto naar Winterberg op een dag van carnaval was ik niet te genieten. Mijn hele brein zat nog bij de avond ervoor en de gedachte dat ik ook maar een minuut van carnaval zou moeten missen... Dat kon écht niet! Wat een straf! Voor de eerste keer op ski’s, op een dag waarop je met je vrienden in de plaatselijke gymzaal de kusjeskring zou moeten lopen. Stikchagrijnig werd ik ervan… Nu denk ik er anders over. Als we de activiteiten van carnaval en aprés ski gaan vergelijken, dan maakt het elkaar niet zo gek veel anders… Of ik nou in een boerenkiel sta met Oeteldonk kleuren, samen met duizenden anderen die er hetzelfde uitzien, óf in de bergen met iedereen verkleed als wintersporter. We hebben hetzelfde doel.
De verbindende factor
De muziek komt op volle sterkte door en daar gaan we. Het begint met een paar uitbundige dansbewegingen, maar voor je het weet, is de polonaise van start gegaan. Dat is het moment waarop je je afvraagt: wie zijn die mensen naast me? Maakt ook niet uit, je hoort er ineens bij. In carnavalssteden slingeren de mensen in een waanzinnige polonaise door de straten, terwijl in de après-ski je hetzelfde ziet gebeuren, maar dan met mensen die van de tafel springen om hun favoriete après-ski hit mee te zingen. De energie is hetzelfde, de sfeer is hetzelfde. Alleen de locatie verschilt. Maar dat doet er niet toe, want de polonaise is overal hetzelfde.
Natuurlijk, het draait niet alleen om de dansmoves. Nee, de belangrijkste factor in zowel carnaval als après-ski is… alcohol. En hoe! De ene keer een Jägerbomb, de andere keer een schnapps, je houdt niet bij hoeveel drank er door je keel glijdt. Je zou denken dat je het tempo niet volhoudt, maar je voelt je altijd weer klaar voor die volgende ronde. Zelfs als je hersenen tegen je schreeuwen: "Stop!" Als het laatste biertje je niet de juiste energie geeft, dan is het wel dat shotje die je ogen laat oplichten. Het draait niet om wat je drinkt, maar om het ritueel, de sfeer en de gezamenlijke ervaring.
En weet je, het is vooral dat sociale aspect dat de magie maakt. In zowel carnaval als après-ski maakt het niet uit wie je bent of waar je vandaan komt, je hoort erbij. Je hebt meteen een gesprek met de mensen naast je en je voelt je gewoon verbonden. Want je bent daar niet voor jezelf, je bent daar voor het moment. Iedereen is gelijk, iedereen is daar om zich te verliezen in de muziek en de gezelligheid. De ene keer loop je langs een vriend, de andere keer sta je met een compleet onbekende te hossen in een bar op de bergen. Het maakt niet uit. Je bent samen in dit gekke avontuur.
Maar pas op:
Maar hoe harder je gaat, hoe harder het terugkomt. De dagen stapelen zich op. Een paar uur slaap, een paar biertjes, een paar uur te veel gedanst. Op de vierde dag slaat ineens de vermoeidheid toe. Het begint langzaam door te dringen: je hebt eigenlijk helemaal geen energie meer om die polonaise mee te maken. Je voelt je zwaarder, je hersenen draaien iets trager, maar toch… er is altijd dat laatste shotje, dat laatste dansje en dan moet het ineens
over zijn.. Het is de laatste dag, de laatste avond. Je weet dat je naar huis moet, maar ergens voelt het alsof je nooit genoeg hebt gehad.
Vroeger vond ik het een straf!
Nu weet ik beter. Het maakt niet uit of je in een boerenkiel door de stad zwalkt of in skikleding op een besneeuwde berg staat. Feesten is feesten. En herinneringen? Die komen altijd weer tot leven zodra je je volgende outfit uit de kast trekt…